De cronut – nrc.next

article2

Hypes zijn in New York altijd iets hyperiger dan elders De cronut, een donut-croissant-gebakje, is er een enorme hit In de VS staan ze er uren voor in de rij, maar Roos Ouwehand maakt ze liever zelf

Door 

Een man in afgeknipte spijkerbroek en wit shirt wijst opgetogen naar Doug Rai, een jonge bakker uit Maryland. ‘Jij bent de honderdste in de rij. Dan heb jij waarschijnlijk de laatste cronuts, man. Of je grijpt er net naast, dat kan ook…’ De man grijnst. ‘Ik ga nog een keer tellen, maar dan vanaf deze kant.’

Terwijl hij weghuppelt, kijkt de rij naar Doug. De mensen voor hem opgelucht, met zelfvertrouwen. De mensen achter hem ongemakkelijk. ‘Blijven of gaan?’ zie je ze denken. Een jongen met paardenstaart loopt weg. Het is dezelfde jongen die even daarvoor nauwelijks durfde toe te geven dat hij überhaupt in de rij stond voor een cronut. Want welke idioot staat er nou voor het ochtendgloren op voor een gebakje?

De ‘cronut’– een kruising tussen een croissant en een donut, bedacht en geperfectioneerd door gerenommeerd pastry chef Dominque Ansel– houdt nu al weken de gemoederen in New York bezig. Het gebakje werd 10 mei stilletjes ‘gelanceerd’ in Ansels bakkerij in Soho en vrijwel direct opgepikt door enthousiaste foodbloggers. Drie dagen later waren de tweehonderd cronuts die Ansel en zijn team dagelijks bakken (het is een arbeidsintensief gebakje om te maken) al om half tien uitverkocht – een klant is zo boos dat ze haar middelvinger opsteekt naar de medewerker die haar ‘nee’ verkoopt, een ander moet huilen.

Om vijf uur voor de bakkerij

Niet lang daarna later pikken handige jongens (en een paar zwervers) de hype op en beginnen een cronutbezorgservice, waarop Ansel besluit een maximum van zes en later twee cronuts per klant in te voeren. En precies een week na de lancering krijgt de hype het laatste zetje wanneer de Engelse Daily Mail de cronut de ‘nieuwe cupcake’ doopt, het gebakje waarvoor New Yorkers eerder deze eeuw massaal naar de Magnolia Bakery in de West Village trokken.

Sindsdien vouwen New Yorkers, die niet graag een trend missen, zich massaal rondom het betonnen sportveld op de hoek van Spring Street en Thompson. Ondertussen hebben ook de ‘out of towners’ en toeristen dit voorbeeld gevolgd. De cronut, normaal 5 dollar, gaat voor 50 dollar op de zwarte markt.

Op deze zonnige dinsdagochtend stond de eerste klant – met zijn eigen houten stoel, maar tot zijn spijt zonder koffie – al om kwart voor vijf voor de bakkerij. Ook Doug Rai, de bakker uit Maryland en nummer 100 in de rij, had zijn wekker vroeg staan – 2.45 uur. Zo benieuwd is hij naar Ansels creatie. Helaas duurde zijn treinreis langer dan gepland en sloot hij pas iets na zevenen aan.

Achter Rai staat Thanh Do, een toerist uit Melbourne die van de cronut hoorde nadat een bakker uit zijn thuisstad het had proberen na te maken onder de naam ‘dossant’ – een van de vele cronut-imitaties die de afgelopen weken opdook onder een gekke naam. Ansel was zo slim de naam en zelfs ‘inspired by’ te deponeren.

Precies om acht uur komt de rij in beweging. Mensen die daarvoor ontspannen op kleedjes een iPad-filmpje keken, staan op en sluiten aan. Iets na achten gaan de deuren open en laat Ansel zelf de voorsten binnen. Zij druppelen pas na tien minuten weer naar buiten, gouden doosje met daarin de twee cronuts in de hand.

„Are you all in line for the cronut?”, roept een vrouw vanuit haar met kinderen volgepakte SUV lachend terwijl ze voor het stoplicht staat. De rij knikt schaapachtig ‘ja’. “Hope you get one!” roept ze als ze doorrijdt.

Hoe meer gouden doosjes voorbijkomen, hoe zenuwachtiger de dertig man in het staartje van de rij lijkt te worden. Als de bakker uit Maryland nummer honderd was, welke kans hebben zij dan nog? Tegen negenen komt een van Ansels bakkers naar buiten met een schaal versgebakken madeleines en slecht nieuws: de laatste tray cronuts is zojuist aangebroken, de kans dat de er voor de wachtenden buiten nog een cronut is, is klein. Heel klein. Maar gelukkig, zegt hij, hebben ze nog veel meer lekkers. De rij blijft staan. Tien minuten later staat Rai eindelijk binnen. De tray is leeg, de laatste cronuts verdwijnen in gouden doosjes. „Oh nooo…”, roepen de meisjes achter hem. Dat ze zelf geen cronut meer krijgen, staat ondertussen vast, maar dat de bakker uit Maryland die zijn wekker om kwart voor drie had staan er ook net naast grijpt, dat is te cru. Als Rai aan de beurt is en er toch nog één cronut over blijkt te zijn, is het gejuich achter hem dan ook luid. Uiteindelijk deelt hij het gebakje met de Australische toeristen. De meisjes weigeren een hapje. „Kom op”, zegt hij. „We’re all in this together.”