Waar wij Nederlanders eerder massaschietpartijen voor ons zien als we denken aan Amerikanen en hun wapens, zien die laatste dat over het algemeen anders. Vuurwapens horen bij de Amerikaanse cultuur. Dit gaat dieper dan het Second Amendment. Schrijver en dichter Henry Allen beschreef het in 1989 treffend in ‘The Mystique Of Guns Firearms Are Everpresent In American Life And Lore‘ in The Washington Post. Allen:
Snub-nose .38 revolvers stand for the world-weary persistence of pulp-fiction detectives in the Depression. Single-action Army Colts are the attribute of the cowboy. A Parker double-barreled shotgun is your grandfather picking his way with a knowing elegance through the brush in search of quail. A .22 is the innocence of childhood – that spattering noise of the rifle range at Boy Scout camp, and afterward the smell of Hoppe’s No. 9 cleaning solvent. The wood-sheathed M-1 evinces the common-man determination that won World War II. The Model 29 Smith & Wesson .44 magnum carried by Clint Eastwood’s Dirty Harry is the resentment and paranoia of the early ’70s. On and on.
Vuurwapens staan voor hoop, romantiek, nostalgie, doorzettingsvermogen en angst. Het gaat dieper dan een stukje papier uit de achttiende eeuw. Dat moeten wij als buitenstaanders niet vergeten. Hoe gek we het ook vinden die 300 miljoen wapens in particuliere handen en de jaarlijks meer dan dertigduizend doden aan vuurwapengeweld.